Heilige Feestdagen

De Almachtige heeft Zijn volk de Hebreeën feestdagen gegeven om te onderhouden. Ze zijn een eeuwige verordening in hun generaties. Om de Hebreeuwse feestdagen te berekenen wordt meestal gebruik gemaakt van de Scheppings Kalender oftewel de Enoch Kalender, maar door de tijden heen zijn er meerdere kalenders bij gekomen.

Reeds bij de schepping bleek er een kalender te zijn, maar in het verre verleden zijn er diverse manieren gebruikt om een jaar in te delen. Meestal gebeurde dat op basis van de maanstand (maankalenders) of de zonnestand (zonnekalenders). Wij belichten vanaf de schepping de ontwikkeling van vier opeenvolgende kalenders:

De Enoch Kalender

De Hebreeën gebruikten de scheppingskalender oftewel de Enoch Kalender, een oude kalender die wordt beschreven in The Book of Enoch (in pdf te downloaden). Het verdeelde het jaar in vier seizoenen van precies 13 weken. Elk van die seizoenen bestond uit twee maanden van 30 dagen gevolgd door een maand van 31 dagen, waarbij de 31ste dag het seizoen beëindigde, zodat Henoch’s jaar precies 364 dagen besloeg.

De geschiedenis over Enoch (Henoch) staat geschreven in Genesis 5:18-24 en in Het Boek der Oprechten hoofdstuk 3. Henoch was een kleinzoon van Adam en wandelde met God. De Geest van God ruste op hem. Zijn ziel werd gedompeld in de instructie van de Almachtige met kennis en begrip. Hij leerde de mensenzonen de weg die zijn moeten bewandelen en het werk dat zijn moeten doen om op de wegen van God te blijven. De koningen der aarde stelden hem als koning over hen aan en stonden allemaal onder zijn macht en bevel. Toen hij 365 jaar oud was, werd in een wervelwind opgenomen in de hemel.

De Enoch kalender is gedetailleerd beschreven in 1 Enoch. Het is seizoensgebonden/zonne-stand en bevat 364 dagen verdeeld over 12 maanden. Het is de originele kalender van de patriarchen, via Abraham en Jacob tot aan de slavernij van Israël in Egypte. Het werd opnieuw door Mozes onderwezen, zoals gelezen in Exodus 12 en het bleef van kracht tot de 2e tempelperiode onder Ezra en Nehemia.

Met de Enoch Kalender worden de feestdagen die zijn ingesteld door de Almachtige berekend. Het was de officiële Hebreeuwse kalender tot de 2e eeuw voor Christus, toen koning Antiochus IV het gebruik van de Enoch-kalender beëindigde en het Hebreeuws volk dwong de maankalender aan te nemen. Het wordt bevestigd in het boek Jubileeën. Een maankalender of lunarkalender is een kalender die is gebaseerd op de cyclus van de schijngestalten van de maan.

De Romeinse Kalender

De Romeinen gebruikten sinds de stichting van Rome een Romeinse versie van de Egyptische kalender (Romeinse kalender) die oorspronkelijk 304 dagen bevatte, verdeeld over tien maanden plus een niet nauwkeurig omschreven aantal (ongeveer zestig) dagen in de winter. De eerste wat algemener gebruikte tijdrekening werd in 43 voor Christus geïntroduceerd door Julius Ceasar.  

De Juliaanse Kalender

Julius Ceasar introduceerde de Juliaanse kalender, die iedere vier jaar een schrikkeljaar kende. De gemiddelde lengte van het jaar volgens deze kalender is dus 365,25 dagen en heet het Juliaans jaar. Het bestond uit een cyclus van 1461 dagen: 3 jaren van 365 dagen en 1 jaar van 366. De duur van 365,25 dagen was vanouds reeds door de Egyptenaren bepaald. De Juliaanse Kalender werd door Alexander de Grote onder invloed van het Hellenisme over het hele Middellandse Zeegebied verspreid.  Later bleek dat op deze manier iedere 128 jaar één dag teveel wordt berekend. Met de introductie van de Gregoriaanse kalender in 1582 werd dat hersteld.

De Gregoriaanse Kalender

De Gregoriaanse kalender is een kunstmatige constructie, gemaakt door Julius Caesar. Het negeert de scheppingskalender van Enoch, met uitzondering van de lente-equinox van het originele correcte en betrouwbare instrument van de Schepper. De scheppingskalender wordt bevestigd in I Enoch en het boek Jubileeën. Het is in grote lijnen hetzelfde als de boerenalmanak, en de 12 dierenriemmaanden zijn allemaal 364 dagen en 12 maanden, wat het jaar maakt, de Pleiaden genoemd, zoals vermeld in het boek Job.

Op voorstel van de Napolitaanse arts Aloysius Lilius werd deze nieuwe kalender door Paus Gregorius XIII doorgevoerd. Door het in één keer weglaten van 10 dagen was het op de dag na donderdag 4 oktober 1582 plotseling vrijdag 15 oktober 1582. Het verschil dat door het gebruik van de Juliaanse Kalender was ontstaan werd hiermee goedgemaakt en door de introductie van schrikkeljaren werd verdere onjuistheid voorkomen. 

De Gregoriaanse kalender wordt tegenwoordig door iedereen gebruikt. In een Gregoriaans kalenderjaar zitten 12 maanden met elk 30 of 31 dagen, met uitzondering van februari, die 28 telt. Om toch te zorgen dat ons jaar blijft kloppen met het zonnejaar, telt de maand februari eens in de 4 jaar 29 dagen.

%d bloggers liken dit: