
En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: “Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping. Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren. Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult den HEERE een vuuroffer offeren.” (Leviticus 23: 23 – 27)
“Desgelijks in de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het zal u een dag des geklanks zijn.” (Numeri 29:1-6 )
De laatste drie heilige samenkomsten of “feesten” die de Almachtige het Joodse volk beval te vieren, zijn het Bazuinenfeest, de Grote Verzoendag en het Loofhuttenfeest. Elk vond plaats in de zevende maand van de Joodse kalender, de maand genaamd Tishrei. Het Bazuinenfeest luidde de komst van die zevende maand in. Het begon ook met wat bekend staat als de tien dagen van ontzag tussen het Bazuinenfeest en de Grote Verzoendag, waarin de berouwvolle zich vernedert ter voorbereiding op de grote Verzoendag.
Bij het onderzoeken van de tekst in Leviticus 23 zien we, dat de dag een herdenking zou zijn van op bazuinen blazen. Het was een feest om op de bazuinen te blazen om de mensen voor te bereiden op de komende Dag van Verzoening. De bazuin werd ook geblazen om de mensen te waarschuwen voor gevaar en zich voor te bereiden op oorlog.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.